Op weg naar circulaire economie zal stortvolume stijgen
Ten eerste zullen op weg naar de circulaire economie eerst stappen in hoogwaardigere recycling worden gemaakt, waarbij zowel brandbare als niet-brandbare residustromen ontstaan. Daarnaast rest ons nog het opruimen van ‘vervuilingen’ uit het verleden, zoals asbestdaken en vervuilde grond. Stortplaatsen en afvalenergiecentrales vervullen daarom een waardevolle functie op de weg naar een volledig schone en circulaire samenleving.
Nederland koploper in minimaliseren stortvolume
Dankzij het afvalbeleid en de inzet daarbij van de afvalsector is het percentage gestort niet-gevaarlijk afval in Nederland geminimaliseerd. Terwijl de EU nog 40,4 procent van al het niet-gevaarlijk afval stort, is dit in Nederland teruggebracht naar nog maar 1,9 procent. Wij benchmarken ons land altijd graag met andere koplopers zoals België en Duitsland. Maar deze landen storten respectievelijk nog 6,6 procent en 19,0 procent van het niet-gevaarlijk afval (bron: Eurostat, 26-10-2017, Treatment of waste by waste category, hazardousness and waste operations 2014). Nederland mag zich dus met trots als absoluut koploper zien in Europa.
Stortvolume gaat stijgen door hoogwaardigere recycling
Op de lange termijn wil Nederland toe naar een maatschappij waarbij alle producten zo worden ontworpen en geproduceerd dat ze of herbruikbaar of volledig recyclebaar zijn. Deze stip op de horizon is aanlokkelijk, maar ligt nog wel ver voor ons. In de tussentijd maakt de recyclingindustrie stappen in het steeds beter en hoogwaardiger recyclen van afvalstromen. Daarbij wordt ingezet op de nieuwe afvalhiërarchie zoals die in LAP/3 wordt voorgesteld:

Binnen de trede van recycling willen we zoveel mogelijk tonnen richting c1 of anders c2 krijgen. We accepteren daarbij dat als we meer tonnen hoogwaardiger recyclen, dat de vervuilingen geconcentreerd worden in moeilijker te verwerken residustromen. Het zal de komende jaren veelal uitmonden in een cascadering: een zo groot mogelijk deel van de input wordt in een vergelijkbare toepassing verwerkt, een deel in een laagwaardigere toepassing, een deel omgezet in energie in afvalenergiecentrales en het laatste deel gestort.

Voorbeelden van groeiende stortvolumes door betere recycling
Een duidelijk voorbeeld zijn de bodemassen die na energieterugwinning uit restafval overblijven. Bodemassen werden voorheen alleen gerecycled tot IBC-bouwstof, dat wil zeggen een bouwstof die nog vervuild was. Deze werd daardoor vooral ingezet als fundering van snelwegen waarbij allerlei risico’s dienden te worden beheerst om milieuvervuiling te voorkomen. Conform de Green Deal Bodemas die de branche met het Ministerie van I&M sloot, wordt steeds meer bodemas uit Nederlandse afvalenergiecentrales gewassen in speciale installaties. Zo ontstaat een schone bouwstof die weer in betonwaren - zoals stoeptegels - gebruikt kan worden. Bij het wasproces worden alle vervuilingen zoals zware metalen geconcentreerd in een slibstroom die circa 15 procent van de input betreft. Deze stroom is niet recyclebaar en niet brandbaar en wordt daarom gestort. Naar verwachting zal in Nederland in 2020 zo’n 260 kton bodemas-residu op deze manier worden gestort.

Het geldt ook voor bouw- en sloopafval. Van de 23 miljoen Nederlands bouw- en sloopafval werd het grootste deel gerecycled, een deel omgezet in energie in afvalenergiecentrales en in 2014 nog 545 kton residuen gestort (2,3 procent) (bron: Compendium voor de Leefomgeving, Bouw- en sloopafval: vrijkomen en verwerking, 1985-2014). Door hoogwaardigere recycling in combinatie met economische groei zal de komende jaren ook deze hoeveelheid groeien.
Door de toename in de stoorstoffen in gescheiden ingezamelde huishoudelijke stromen (denk aan grof huishoudelijk afval, PMD, gft, etc.) ontstaat er ook bij deze stromen meer residu. Gemiddeld schat Attero dat van alle gescheiden ingezamelde huishoudelijke stromen 8 procent residustromen ontstaan. Omdat dit residu uit recycling/sorteerinrichtingen ontstaan, staan ze niet meer te boek als huishoudelijk, maar als bedrijfsafval (maar eigenlijk zouden ze van de recyclingcijfers van gemeenten moeten worden afgetrokken). Ook uit de scheiding c.q. sortering van bedrijfsmatige stromen ontstaan residuen. In 2015 hebben Nederlandse afvalenergiecentrales 3,3 miljoen ton residuen uit scheidingsprocessen verwerkt tot energie (bron: Rijkswaterstaat, Afvalverwerking in Nederland: gegevens 2015). Naarmate de sorteerders en recyclers deze stromen beter sorteren en recyclen ontstaat ook bij deze cascadering een bedrijfsafvalstroom waarvoor niet altijd een nuttige toepassing te vinden is.
Vervuilingen uit het verleden leiden tot meer stortvolume
Bovengenoemd fenomeen ziet Attero ook bij haar grondreinigingsactiviteiten. Naarmate verontreinigde grond steeds verder wordt gereinigd wordt er meer vervuiling geconcentreerd in het grondreinigingsresidu. In 2015 werd er op die manier 558 kton grondreinigingsresidu gestort in Nederland (bron: Rijkswaterstaat, November 2016, Afvalverwerking in Nederland). Het is de verwachting dat Nederland werk blijft maken van het opruimen van vervuilde gronden. Naarmate we meer vervuilde bodems reinigen zal ook deze stortstroom groeien.
Nederland zet ook in op het reduceren van de gevaren van asbest voor de volksgezondheid. In Nederland krijgen momenteel per jaar meer dan 500 mensen de diagnose mesothelioom. Nederland staat tweede op de wereldranglijst van het aantal mensen dat jaarlijks aan mesothelioom overlijdt, dus er is zeker werk aan de winkel. Daarom zijn asbestdaken vanaf 2024 verboden en worden deze steeds meer gesaneerd. Dankzij het overheidsbeleid zien we een stijging de afgelopen jaren naar 148 kton gestorte asbestdaken in 2016. Om de doelstelling te behalen moet vanaf 2017 elk jaar 225 kton aan asbestdaken gesaneerd en gestort worden. Het is te hopen dat dit volume de komende tijd sterk zal groeien om daarmee de kans op nog meer asbestslachtoffers te verkleinen.

Stortplaatsen onmisbaar richting de circulaire economie
Stortplaatsen blijven onmisbaar zolang de stip op de horizon – de circulaire economie – nog niet volledig is bereikt. Het stortvolume zal de komende jaren zelfs alleen maar stijgen om de transitie naar circulariteit en een schoon Nederland te kunnen realiseren. Attero zal daarom naast haar afvalenergiecentrales en recyclinginstallaties deze nutsfunctie blijven aanbieden op meerdere locaties.